<$BlogRSDUrl$>

maandag, april 28, 2014

TIJDVERDRIJF
Iedereen denkt altijd, dat op missie gaan in Afghanistan reuze spannend is – nou, dat is doorgaans niet het geval. Landen als Afghanistan komen meestal in het nieuws als er een aanslag is gepleegd of mensen gewond zijn geraakt of gedood als gevolg van conflict. Als je echter kijkt naar de omvang van de landen en de frequentie van zulke gebeurtenissen, is de kans dat je zoiets te zien krijgt, laat staan er slachtoffer van wordt, uiterst klein. Lees Joris Luijendijk er maar op na, “Het zijn net mensen”, die kan het veel mooier zeggen dan ik.

Daarmee is niet gezegd dat security geen invloed heeft op je leven, integendeel; het maakt het leven hier ongelooflijk saai. Dit keer werk ik voor de EU en ik rijd dus niet rond in een van die mooie witte glimmende gepantserde bolide, maar in een gewone private (paarse…) auto. Daarmee trek ik minder aandacht, maar ik word ook niet toegelaten op parkeerplaatsen van ministeries en internationale organisaties. Je weet immers nooit wat voor kwaad zo’n gevaarlijk uitziende buitenlandse mevrouw in de zin heeft.

Het gevolg is wachten en nog eens wachten. Het duurt gemiddeld een half uur vanaf het moment dat ik de auto verlaat tot het moment dat ik de persoon die ik wil ontmoeten daadwerkelijk de hand schud (als deze daar tenminste voor in is); het gebeurt niet zelden dat men vergeten is om mij op de bezoekerslijst te zetten, of dat het kantoor van de persoon in kwestie onvindbaar is (Dr. Ahmad? No, never heard of him, he does not work here!) en dan duurt het nog veel langer.

Voordat je ergens binnen bent moet je twee keer gefouilleerd, je tas binnenste buiten, de laptop aan en uit gezet. Hoewel het ook zomaar kan gebeuren dat men je bij hetzelfde checkpoint niet eens aankijkt, en je zo door kunt lopen. Helemaal zonder fouten is het systeem dan ook niet. Tel daar bij op dat het je tussen een half uur en een uur kost om van de ene plek naar de andere te komen – dan verlies je op een dag van vijf interviews toch al gauw zes uur aan in de file zitten en staan, betast en ondervraagd worden, en gewoon eindeloos wachten. Thank god for I-Pod touch! Naast muziek heb ik er nu ook films op staan – nog nooit zoveel films en documentaires gezien als de laatste drie weken. Zo wordt Afghanistan ook leuk – naast dat het natuurlijk toch een prachtig land is.


Reageer

zaterdag, april 26, 2014

NOOIT MEER KOKEN
Hoe zou het toch met die Worldcook zijn? Zou ze nooit meer koken? Je zou het inderdaad haast denken, de Worldcook kan tegenwoordig ook gewoon Worldworker genoemd worden met al die eindeloze werkdagen.

De Worldcook is in Afghanistan en daar valt weinig te koken; als er al gekookt wordt, is dat niet zelden van woede. Veel mensen staan elkaar nog steeds naar het leven en er zit helaas weinig vooruitgang in, niettegenstaande het feit dat iedereen veel moeite om de situatie te verbeteren en de meeste mensen gewoon een rustig leven willen hebben, met genoeg te eten en de kindertjes naar school.

Eergisteren er twee Amerikaanse dokters doodgeschoten op de drempel van een ziekenhuis - buitenlanders zijn ook regelmatig doelwit, hoewel niet altijd duidelijk is waarom. Veel mensen dragen wapens, of meer precies, veel mannen; puberjongens staan achteloos met hun schietspeelgoed te slingeren langs de kant van de weg, een zelfvoldane glimlach op hun gezicht. Was het analfabetisme maar niet zo hoog, dan zou iedereen gewoon deze borden kunnen lezen.



Reageer